Chora - Klooster Chozoviotissa - Aegiali
Door: Saskia
Blijf op de hoogte en volg Saskia
23 Augustus 2011 | Griekenland, Amorgós
Wat is het toch heerlijk als de busdienst je dwingt uit te slapen. De eerste bus naar Chora gaat pas om 10:00 uur. Alle tijd voor een rustig begin van de dag. Ontbijt terwijl ik de dagelijkse verrichtingen van de overbuurman op zijn landje mag aanschouwen. Het is prachtig hier. Ik heb besloten toch voor de lange wandeling te gaan vandaag. Gelukkig heb ik via de super website www.Cycladen.be een zeer uitvoerige beschrijving van de te maken wandeling gevonden en is het gelukt de tekst van deze page als notitie op mijn gsm te zetten. Zo heeft de techniek van nu hier en daar wel zijn voordelen.
De bus naar Chora vertrekt natuurlijk wel wat later en doet er een half uur over. Je kunt ook met de bus direct door naar het klooster, maar mij lijkt het wel aardig eerst het plaatsje door te wandelen. Daarbij wil ik nog extra water kopen, even indrinken en een toilet bezoeken. Verder is het natuurlijk weinig sportief met de bus linea recta te gaan. Het loont de moeite. Ook Chora is een typisch Grieks plaatsje met nauwe straatjes waar je slechts te voet door kunt. Kleine binnenpleintjes, terrasjes, trappetjes, natuurlijk is alles wit met blauw. In een steegje met tafeltjes en stoeltjes hebben een hele horde katten beslag genomen van de zitgelegenheid. Koddig gezicht. Na mijn toiletbezoek vraag ik de weg naar de Monopatia naar het klooster. De man wijst me de verkeerde kant op. Nou ja, dan haal ik toch nog maar iets voor onderweg bij de minimarkt. Weer naar boven het dorp door. Achter de kerk moet ik het dorp uit, naar rechts en aan het einde van een parkeerterrein is een hek waar de Monopatia begint. Het uitzicht over de baai is nu al overweldigend. Een stevige wind waait terwijl ik een pad met scherpe haarspeldbochten naar beneden afdaal naar de asfaltweg. Duizelingwekkend!
Daar aangekomen naar links de weg naar het klooster in. Deze ligt hoog uitgehouwen in de rotswand, is acht verdiepingen hoog en spierwit geschilderd waardoor het prominent afsteekt tegen de achtergrond. O en waarvan ik zei dat Nikouria bekend is van de film Le Grand Blue moet ik mij even corrigeren. Dat is namelijk dit klooster...
Eenmaal onderaan het klooster is het nog twintig minuten traplopen naar boven. Het klooster ligt 300 meter boven de zee, dateert uit de elfde eeuw en er wordt gezegd dat het door monniken uit Palestina werd gesticht. Het bewaart zeer kostbare manuscripten en iconen en huist nog twee monniken die de hele dag niets anders doen dan ora et labora.
Buiten voor de ingang bind ik mijn lange pareo om en bedek ik zoals het hoort de schouders. De ingang is een deur van nog geen meter hoog. Zelfs ik moet bukken.
Ik word de trap naar boven gewezen. Ook hier hoofd omlaag. Duidelijk zie je dat de muur is uitgehouwen en de rest van het klooster er tegenaan geplakt. Veel iconen, kandelaars, kleine gaten in de minstens vijfentwintig centimeter dikke muren laten bijzonder licht binnen. Kleine ruimte verder weer iconen en je kunt een kaars opsteken. Ik ben dan wel een heiden maar laat toch een lichtje achter voor Riek en mijn lieve oma. Kan nooit kwaad en het spekt de kas van het klooster, waar je verder geen toegang voor hoeft te betalen. Je kunt op deze verdieping ook naar buiten en hebt schitterend uitzicht over het ver beneden liggende diep blauwe zeewater.
Ik mag nog een trap omhoog. Daar biedt een als monnik uitziende man met volle baard en halflang dikke haardos, zonder de verwachte pij, loukoum aan, dat is een mierzoet goedje in poedersuiker gewenteld. Je mag even aan tafel zitten en hebt vanuit de paar kleine raampjes weer magistraal uitzicht over zee. Dan krijg je gratis een likeurtje en een glas water aangeboden. Bijzonder!
De logistiek is uitermate efficiënt. Bij de trap wordt je op je beurt naar boven of beneden gewezen. Er kan er maar een tegelijk omhoog of omlaag. Ik mag nu een weer naar de begane grond en wordt gewezen naar een subliem uitgelicht museum met gespen, manuscripten, boeken met kleurrijke prenten, gespen, eeuwenoude handgeborduurde gewaden, kelken en nog meer moois. Het is donker en de kostbaarheden zijn. Et een flauw licht mooi zichtbaar.
Naar buiten. Ik was net op tijd. Het is 13:00 uur. Het klooster sluit tot 17:00 uur. Ze zijn coulant en laten een paar laatkomers toch nog snel even binnen. Anders heb je voor niets je in het zweet de trap op naar boven gewerkt. Dat keurt Onze Lieve Heer vast niet goed.
Direct voor het klooster begint het vervolg van de Monopatia naar Aegiali. Ik ben de enige die zich aan deze toer waagt. Prima! Ik heb uitzicht over de baai en mag een pad met losliggende keien bewandelen. Het is goed bewegwijzerd. Gelukkig! Hier en daar een bordje met een, soms wat vervaagde, rode 1. Dan weer in piramide gestapelde keien, ook wel steenmannetjes genoemd, die je op het rechte pad, niet recht zijnde, houden.
De zee is laag rechts van mij. Ik ben zo druk bezig met te kijken waar ik mijn voeten neerzet dat ik me een hoedje schrik van een half vergane geit die midden op het pad ligt. Die had ik even niet zien aankomen. Vanaf nu kijk ik ook wat meer vooruit...
Het is een flink eind lopen. Dan weer een houten bordje. Soms zijn die verwarrend. Dan kun je linksaf naar het Johannisklooster en rechts naar iets anders, maar moet je rechtdoor. En daar staat dan weer geen naam bij. Gelukkig kan ik met de notities op mijn gsm af en toe verifiëren of ik de juiste keuze maak. Het geeft een gevoel van veiligheid. Want er is werkelijk echt helemaal nada niemand hier en het is behoorlijk uitgestrekt en onherbergzaam. Niks dorpje in de buurt, geen huisje, geen winkeltje, helemaal niks! Gelukkig wel ook levende geiten. Gezellig!
Het pad leidt meer en meer omhoog tot ik bij een soort stenige weg kom die ook een tijd omhoog leidt. Een oude waterput bij de splitsing. Duidelijke borden. Beetje naar rechts. Het pad daalt wat en ver beneden zie je een moderne weg. Het heeft iets machtigs als je daarboven verheven op een eeuwenoud pad loopt waar in de honderden jaren velen je zijn voorgegaan. Dan kunnen ze wel een nieuwe weg maken, dit pad was er eerst en ik loop erop! Lastig pad met onophoudelijk los gesteente. Hier en daar steenmannetjes waardoor ik weet dat ik goed zit. Elke stap is balanceren. De benen hebben werk. Ik voel me welhaast een hinde. Toch baal ik ervan als ik zie hoe gemakkelijk die geiten met van die lompe hoeven zo even hups een etage hoger of lager gaan. Tegen hun leg ik het volledig af. Maar toch, ik doe het niet onaardig voor een nepgeit.
Het is een behoorlijk stuk weg banen over de losse stenen. Wat nutteloze muren. Langs de muren naar beneden. Lastig pad. Beetje naar rechts en hee daar heb je de andere kust! Schitterend hier! Uitzicht over de zee met het eiland Nikouria, waar ik gisteren was. Dan ben ik in de buurt. Maar zo simpel ligt dat niet. Door naar beneden over de losse stenen tot ik aankom bij een asfaltweg. Hier geen bewegwijzering. Gelukkig bieden de notities op de gsm nu uitkomst. Naar rechts het hek door. En zo kom ik bijnhet pas gerestaureerde spierwitte kerkje van het verlaten dorpje Asfonditis. Het is nu precies 15:30 uur. Vanaf het klooster ben ik dus al tweeëneenhalf uur onderweg. Over de helft nu!
Water overschenken in mijn drinkzak opdat ik onderweg bijtijds en voldoende drink. Een kat komt kijken of er wat te halen valt. Halara wijst een bord. Dat is mooi. Die richting moet ik op! Nu weer zeer lastige keien, net als het stuk voor het kerkje. Hek door. Geen rode stippen, geen steenmannetjes. Is dit wel goed? GSM check. Hmm losse stenen klopt. Doorlopen. Geen aanwijzingen. Terug. Hmmm... Geen ander pad. Dan moetmhet toch goed zijn. Ik klauter een heel eind naar beneden. Het is duidelijk een pad. Wanneer komt er nou een steenmannetje, rode stip of bordje? Deze blijven uit. Dan toch maar weer terug. Eenmaal boven zie ik mensen lopen op een plek waar ik niet van weet dat je ook kunt lopen. Verrek! Op een steen staat geschreven Aegiali! Potver! Deze grap heeft me bijna een uur en de nodige inspanning gekost. Maar goed. Fijn nu goed te zitten en het meeste heb ik gehad. Nu is het nog anderhalf uur tot het einde van het Monopatia. Hek door. En nu? Ik zie een rode stip en vervolg de weg naar links. Op de kam van de berg ruïnes van twee oude windmolens. Een desolate plek op een rotsplateau. Ik loop richting de molens, een beetje het dal in. Mijn gevoel zegt dat ik toch meer naar rechts moet. En inderdaad! Twee mensen lopen een andere kant op. Daar moet ik zijn! Ik steek dwars over en haal op een gegeven moment het stel zelfs in. Met een wijde boog loop ik boven de vallei langs. Een wit kapelletje, Agias Mamas.
In de verte zie ik nu Tholaria. Hier was ik eergisteren. Ik loop over het pad ver boven de baai. Mooie begroeiing met paarse lage struiken, soort Griekse heide, alleen dan met irritante scherpe stekels die samen met distelstruiken het keer op keer op mijn benennhebben gemund. Een hek door. Nou ja... Stuk Stuk betongaas. Kloot dit nog? Verder weinig andere opties. Maar toch, dat heb ik eerder ook gedacht. Heen, terug, heen... Ja daar loopt dat andere stel. Dit moet goed zijn. Het is nog een heel stuk naar Aegiali. Maar het is in zicht en dat is goed voor het gemoed. Ik zing voor mezelf wat zomerkampwandelliedjes om de pas er lekker in te houden. En als je denkt dat je er bijna bent, kan het toch nog behoorlijk tegenvallen. Het laatste stuk pad is deels het meest rottige tot nu toe.
Ik bereik Potamos. Even denk ik dat dit al Aegiali is. Helaas. Ook mooi. Nog een verrassing: tig treden naar beneden. 18:00 uur geweest. Ik ben al even onderweg en mijn spieren gaan zo'n laatste stuk excentrisch werk niet leuk vinden. Toch is een geplaveide trap werelds vergeleken de rest van de route met losse keien en grote brokken steen waar je van steen naar steen mag hupsen.
Je zou hier maar wonen zeg! Elke dag al die treden. Klapkuiten gegarandeerd! Einde van de trap staat het laatste bord van de Monopatia. Missie geslaagd! Wel een uur vertraging, maar goed gelopen.
En heb je alle treden van Potamos gehad dan loopt de reguliere weg ook behoorlijk steil naar beneden. Ik wil een douche! Klaar hiermee. Ik koop bij de haven een fles cola en het laatste stukje naar het pension is peanuts. Heerlijk opfrissen, chillen en om 20:15 uur naar de haven terug om bij Taverna Limani haai te eten. Tanden erin! Het is een kleine soort in citroensaus. Smaakt prima. Hebben we dat ook eens gehapt. Ik heb uitzicht over de baai en tot 22:00 uur is het zitje in het smalle straatje van mij. Ik bereid me vast voor op de mogelijkheden van Santorini. Daar ga ik morgen heen. Dat gaat zo te lezen een hele andere beleving worden dan hier op Amorgos. Hier is het rustig. Daar bruist het. Party!
Terug loop ik onder de sterrenhemel langs de baai waar armbandknopers hun waren slijten. Op mijn kamer tik ik mijn verhaal. Morgen lekker de ochtend nog in Amorgos. Het zal wel kort strand bezoeken, inpakken en wegwezen worden. 15:30 uur gaat mijn boot van Katapola naar Santorini. Ik vermoed dat die via Naxos gaat en dus staat mij veel gedobber te wachten. Joy!
-
23 Augustus 2011 - 21:56
Gast:
Wow wat een gaaf verslag, het is bijna alsof ik er ook ben (nouja...)
Ik leef me in ieder geval volledig in!
Indrinken, likeurtje? Zozo....
Enne, jij bent best een gaaf nepgeitje als ik dit zo lees :)
Wees blij dat jij je tanden in een haai hebt gezet, in plaats van andersom :]
Leuk dat je zo de tijd nam om je verhaal te doen, errug gaaf!
O enne, heeft je lokale stal nog strekje/dekje geluiden gemaakt?
Groet,
Gast
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley